Faalangst overkomt de besten
Faalangst: iedereen heeft er weleens last van. Ook voetballer Willem Janssen van FC Utrecht. “Negatieve kritiek op mijzelf versterkte ik, positieve feedback zwakte ik af. Ik had een negatief zelfbeeld”, zo verklaart hij zijn faalangst in een interview1. In de dartwereld is er zelfs een speciale term voor faalangst: darteritus2. Een darter die hieraan lijdt, lukt het niet om pijlen te gooien, en deze op het juiste moment los te laten. In de klas kan faalangst leerlingen flink in de weg zitten bij hun schoolprestaties. Het komt bijvoorbeeld naar buiten tijdens een toets. De leerling begint te zweten, trekt wit weg en blokkeert. Hoe ga je als docent om met faalangst?
Vele soorten en maten
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 10 procent van de jongeren last heeft van faalangstverschijnselen. Bij examenkandidaten is dit zelfs een kwart. Het is daarom belangrijk om als docent te begrijpen hoe faalangst bij leerlingen werkt. Er zijn grofweg twee soorten (faal)angst: gegeneraliseerde angst en specifieke angst, waarbij de laatste variant nog verder onderverdeeld kan worden in cognitieve, sociale, motorische en spreekangst. Voorbeelden kunnen zijn dat iemand bang is voor een bepaalde situatie of vak zoals wiskunde, het krijgen van een beurt in de klas of een nieuwe sociale omgeving. Bij gegeneraliseerde angst3 is iemand daarentegen overal bang voor.
Herken de symptomen
Faalangst kan zich op verschillende manieren uiten. Fysieke verschijnselen zijn bijvoorbeeld: klamme handen, misselijkheid, hoofdpijn en blozen. Ook zijn er emotionele verschijnselen als huilen en overgevoelig zijn voor een oordeel of kritiek van anderen. Ook stotteren kan een teken zijn van faalangst, of het feit dat een leerling nooit een vraag durft te stellen. Leerlingen met faalangst hebben vaak duidelijke behoeftes. Ze willen bijvoorbeeld graag een warme en persoonlijke relatie met de docent en hebben behoefte aan kennis over hun eigen prestaties. Als je deze behoeften herkent, kun je eraan tegemoetkomen en faalangst verminderen.
Faalangst verminderen
Als docent kun je veel doen om faalangst bij leerlingen te verminderen. Dat begint al door het scheppen van een ontspannen sfeer in de klas. Gebruik humor en relativeer. Ook belonen met complimenten en het bieden van veiligheid is belangrijk. Het belangrijkste is daarnaast om duidelijk te maken dat falen niet erg is. Het merk Always maakte hiervan gebruik met zijn campagne #likeagirl4 in 2014. Van falen of verliezen leer je, word je een wijzer mens. ‘I never lose, I either win or I learn’, zo schreef rapper Kanye West begin dit jaar op Twitter5. Als docent kun je een belangrijke rol spelen in dit proces bij leerlingen. De cursus Leer te durven - leerlingen met faalangstklachten - voor docenten in het voortgezet onderwijs helpt je hierbij.
1 https://www.limburger.nl/cnt/dmf20170915_00046464/utrecht-captain-janssen-kampte-jarenlang-met-faalangst
2 https://www.golf.nl/nieuws/2017/nov/1511-darteritus-en-de-yips
3 https://www.lentis.nl/probleem/gegeneraliseerde-angststoornis/symptomen-generaliseerde-angstoornis/
4 https://www.adformatie.nl/nieuws/always-bespreekt-faalangst-de-nieuwe-likeagirl-film
5 https://twitter.com/OfficiaIKanye/status/824289784180998144