Week tegen Kindermishandeling
Kindermishandeling is een groot probleem in Nederland. Om aandacht te vragen voor het probleem is maandag 20 november de Week tegen Kindermishandeling1 begonnen. Het belangrijkste doel van deze week is om professionals bewust te maken van het belang van goede samenwerking om kindermishandeling aan te pakken. Docenten spelen in dit proces een belangrijke rol.
Risicofactoren
De definitie van kindermishandeling2 is vastgelegd in de Jeugdwet. Er is sprake van kindermishandeling als een minderjarig persoon slachtoffer wordt van bedreiging en geweld van fysieke, psychische of seksuele aard. In Nederland komt kindermishandeling in deze brede definitie ongeveer bij 3% van de kinderen voor. Dat betekent dat in iedere schoolklas gemiddeld één kind slachtoffer is van kindermishandeling. Iedere leerkracht heeft er dus mee te maken. De grote vraag is dan ook hoe je kindermishandeling herkent. Er zijn een aantal risicofactoren te herkennen; bij de ouders, bij het kind zelf en in het gezin waarin het kind opgroeit. Dat zijn bijvoorbeeld: ouders met een psychische stoornis, ze zijn zelf vroeger ooit mishandeld3, verslaafde ouders, of ouders met lage opvoedvaardigheden. Bij leerlingen zelf is ADHD bijvoorbeeld een risicofactor. Daarnaast lopen kinderen uit gezinnen met weinig financiële middelen bijvoorbeeld een groter risico om te worden mishandeld.
Signalen van kindermishandeling
Naast risicofactoren zijn er signalen van kindermishandeling. Fysieke signalen zijn daarvan het meest voor de hand liggend: blauwe plekken op het lichaam van een kind of zelfs nog erger. Begin deze maand werd een man in België4 veroordeeld omdat hij zijn stiefkind ernstig had mishandeld. De toen tien maanden oude baby liep arm- en beenbreuken op als gevolg van de mishandeling. Het is belangrijk om risicofactoren en signalen uit elkaar te houden. Als een kind blauwe plekken heeft maar er geen risicofactoren zijn, betekent dit niet dat de signalen minder ernstig moeten worden geïnterpreteerd. Kindermishandeling komt ook voor bij kinderen bij wie er geen risicofactoren zijn.
Meldcode
Het is heel lastig als leerkracht om kindermishandeling te signaleren. Je wilt natuurlijk voorkomen dat je het bij het verkeerde eind hebt. Daarom is er sinds 2013 de 'Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling'5. Instellingen en professionals, ook scholen en docenten, zijn verplicht de meldcode te gebruiken als ze denken dat er sprake is van kindermishandeling. De meldcode is echter niet hetzelfde als meldplicht. Dat stappenplan kán ertoe leiden dat je uiteindelijk een melding doet bij Veilig Thuis, maar het kan ook zijn dat je op andere acties uitkomt. Er is dus géén meldplicht, er is wél de plicht het Stappenplan van de Meldcode te volgen. Wil je als leerkracht goed leren omgaan met vermoedens van kindermishandeling? Doe dan de cursus "Kindermishandeling: werken met de verbeterde meldcode"
1 http://www.weektegenkindermishandeling.nl/
2 https://www.nji.nl/Kindermishandeling-Probleemschets-Definitie
3 https://www.waldnet.nl/wn/nieuws/55862/100_uur_werkstraf_wegens_kindermishandeling.html
4 https://www.metronieuws.nl/nieuws/buitenland/2017/11/stiefvader-25-uit-belgie-breekt-beentjes-baby-1
5 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/meldcode